Mijn Collectie der Mineralen
Welkom bij de website Mijn Collectie der Mineralen. Op deze website vind je al mijn mineralen op alfabetische volgorde. De mineraalnamen worden met hoofdletter geschreven.
Informatie over mineralen
Een mineraal is een geologisch gevormde verbinding van elementen of het is het element zelf. Bijna alle mineralen hebben kristallen, een paar soorten hebben geen kristallen zoals Delvauxiet.
Kristalstelsels
Kristallen komen voor in de vorm van kristalstelsels (oftewel kristalsysteem). Er zijn zeven kristalstelsels:
Kubisch, voorbeeld: Pyriet
Orthorombisch, voorbeeld: Bariet
Tetragonaal, voorbeeld: Zirkoon
Monoklien, voorbeeld: Aegirien
Triklien, voorbeeld: Albiet
Hexagonaal, voorbeeld: Beryl
Trigonaal, voorbeeld: Cinnaber
Trigonaal en hexagonaal worden soms tot één kristalstelsel gerekend.
Hardheid
De hardheid is niet hoe hard het mineraal is, maar het gaat om de krasbaarheid. Een mineraal met de hardheid 3 is harder dan een mineraal met de hardheid 2 en het mineraal met de hardheid 3 kan dus het mineraal met de hardheid 2 krassen, maar het kan niet een mineraal met de hardheid 4 krassen. Friedrich Mohs heeft de hardheidschaal bedacht. Hieronder de hardheidschaal van Mohs.
Talk
Gips
Calciet
Fluoriet
Apatiet
Orthoklaas
Kwarts
Topaas
Korund
Diamant
Streep
De streep (of streepkleur) is de kleur die je krijgt als je het mineraal over een stukje porselein schaaft. Het is eigenlijk het verpoederde mineraal. Aangezien porselein een hardheid heeft van 6-6,5, moeten mineralen met een hogere hardheid alleen worden fijngemalen. Mineralen hebben niet altijd dezelfde streepkleur als kleur. Bijvoorbeeld pyriet is goudgeel, maar heeft een streepkleur van groenzwart.
Kleur
De kleur is gewoon de kleur van het mineraal. Sommige mineralen hebben meerdere kleuren. Daardoor is het moeilijker om een mineraal met de kleur te determineren. Daarom is de kleur niet zo'n goede manier om een mineraal te determineren.
Glans
De glans is gewoon de glans van het mineraal. Er zijn veel verschillende soorten glanzen. Hieronder staan ze op een rijtje:
Metaalglans
Diamantglans
Glasglans
Vetglans
Harsglans
Parelmoerglans
Zijdeglans
Wasglans
Matte glans
Breuk
De breuk is gewoon hoe het mineraal breekt. De breuk is vaak onregelmatig. Hieronder een lijst van de soorten breuk:
Schelpvormig
Aardachtig
Oneffen
Splinterig
Splijting
Splijting is hoe het mineraal breekt via een zwak kristalvlak. Dit is een lijst van splijtingvormen:
Perfect
Zeer goed
Goed
Slecht
De splijtingvorm onbekend houdt in dat het te klein is om te meten en de splijtingvorm geen houdt in dat het niet kan splijten. Mineralen die niet kunnen splijten hebben dan alleen een breuk.
Soortelijk gewicht
Het soortelijk gewicht (SG, Soortelijke massa of dichtheid) is eigenlijk de dichtheid van het mineraal. De formule van dichtheid is dichtheid = massa delen door het volume. Het wordt gemeten door de massa te wegen, en dan de onderdompelmethode te doen. De onderdompelmethode moet zo:
Je pakt een maatcilinder en doet er water in en meet het zo precies mogelijk af. Bijv. 70 ml
Je doet het mineraal in de maatcilinder en meet het opnieuw zo precies mogelijk af. Bijv. 80 ml
Het verschil tussen beide metingen is het volume van het mineraal
Als je de onderdompelmethode hebt gedaan, deel je de massa door het volume en dan heb je het soortelijk gewicht van het mineraal.
Formule
Alle mineralen hebben een formule. Een formule is opgebouwd uit symbolen van chemische elementen. Een mineraal kan dus uit één element bestaan, maar de meeste mineralen bestaan uit een verbinding hiervan. Voorbeelden van elementen zijn: goud, zilver, koper, platina, zuurstof, stikstof, waterstof, helium, zwavel, chloor, fluor, jodium, broom, ijzer, nikkel, zink, natrium, koolstof, tin, fosfor, calcium, kalium en uranium. Een formule kan meerdere "stukken" van een element bevatten, bijv. Fe2O3.